Goed schrijven is een vak apart. Zelfs de meest ervaren schrijvers maken weleens fouten. In deze blog deel ik een aantal veelgemaakte schrijffouten, zodat jij ze in de toekomst kunt vermijden. Want of je nu teksten schrijft voor je werk, je blog of iets anders, een vlotte en foutloze tekst maakt indruk.
'Wat maakt het nou uit, die dt-fout? Als mensen maar weten wat ik bedoel.' Iedereen heeft die zinnen of iets wat erop lijkt weleens gehoord in zijn of haar leven. En ergens kun je er nog best inkomen. Want ook schriftelijke communicatie gaat over effectief een boodschap overbrengen. Dat die goed begrepen wordt en duidelijk is. Als daar een spelfout in staat, dan staat het de boodschap niet in de weg.
Eens.
En toch is het handig, nee belangrijk, om de regels wel goed te kennen.
Al was het maar omdat een spelfout, zeker als het er meerdere zijn, onprofessioneel overkomt. In een zakelijke context heb je dat natuurlijk liever niet. Bovendien kunnen sommige taalfouten leiden tot verkeerde interpretaties.
Belangrijkste punten van deze post:
In het Nederlands worden bepaalde fouten vaak gemaakt. In deze sectie heb ik de meest gemaakte fouten op een rijtje gezet zodat je ze voortaan kunt herkennen en corrigeren.
De absolute nummer één van de meeste mensen: dt-fouten. Werkwoorden vormen vaak een struikelblok. Dan gaat het met name de dt-fouten in de tegenwoordige tijd en bij voltooide deelwoorden.
Gelukkig is het niet al te moeilijk.
Hoe zat het ook alweer?
1. Bij tegenwoordige tijd:
als de stam van het werkwoord eindigt op een d, blijft die onveranderd voor de hij/zij/het-vorm in de tegenwoordige tijd (de stam van een werkwoord is het deel van het werkwoord dat overblijft als je de uitgang (-en of -n) weghaalt).
Een ezelsbruggetje voor de juiste schrijfwijze is het vervangen van het werkwoord door een werkwoord dat eindigt op een t.
Klinkt het juist? Dan schrijf je ook een t. Zoals 'hij loopt' en hij 'werkt'.
2. Hoe zat het ook alweer met de vervoeging van voltooid deelwoorden?
Het is nog steeds niet moeilijk, maar het heeft wel wat meer uitleg nodig:
Bij de vervoeging van het voltooid deelwoord is het handig om 't kofschip te gebruiken. Dit ezelsbruggetje helpt je bepalen of een werkwoord een 'd' of een 't' krijgt in het voltooid deelwoord.
Dat zit zo:
Eindigt de werkwoordsstam op een medeklinker uit 't kofschip (t, k, f, s, ch, p), dan krijgt het voltooid deelwoord een 't'.
Eindigt de werkwoordsstam niet op een medeklinker uit 't kofschip, dan krijgt het voltooid deelwoord een 'd'.
Bij onregelmatige werkwoorden verandert de stam en krijgt het voltooid deelwoord geen 't' of 'd'.
Het vormen van de meervoud kan verwarring veroorzaken, met name bij woorden die in het enkelvoud op een klinker eindigen. Voeg een s toe als de klinker kort klinkt, en gebruik 's (apostrof-s) als het woord anders moeilijk uit te spreken is, zoals bij "baby's".
Bij bezittelijke voornaamwoorden (die aangeven van wie iets is) is het belangrijk om te weten wanneer je een apostrof gebruikt. Zo schrijf je 'Anns boek' maar 'Anna's agenda'.
Samengestelde woorden worden in het Nederlands aaneengeschreven. Dit creëert lange woorden, maar is essentieel voor de correcte spelling en betekenis. Zo betekent 'rodelantaarndrager' iets anders dan 'rode lantaarndrager'.
In het eerste voorbeeld bedoel je iemand die een rode lantaarn draagt (in sportverslaggeving vaak gebruikt om de nummer laatst in een competitie aan te duiden). In het tweede voorbeeld stel je dat de lantaarndrager rood van kleur is. Een essentieel verschil dus.
Voor samentrekking is de vuistregel dat je alleen samentrekt als de delen van de samengestelde zin dezelfde functie hebben.
Maar wat is dan een verkeerde samentrekking?
De samentrekking is hier verkeerd omdat het werkwoord 'heeft' in het eerste deel van de zin ('Hij heeft een medaille') en het werkwoord 'getraind' in het tweede deel van de zin ('daar hard voor getraind') niet op dezelfde manier kunnen worden gecombineerd.
In het eerste deel is 'heeft' het hoofdwerkwoord en in het tweede deel is 'getraind' het hoofdwerkwoord.
In het Nederlands moet bij een correcte samentrekking het weggelaten werkwoord in beide delen van de zin dezelfde vorm en functie hebben.
In dit geval zou je 'heeft' moeten herhalen om de zin correct te maken:
- Juist: Hij heeft een medaille en (hij) heeft daar hard voor getraind.
Door het werkwoord 'heeft' te herhalen, wordt duidelijk dat 'hij' zowel de medaille heeft ontvangen als hard heeft getraind, en wordt de foutieve samentrekking gecorrigeerd.
Hoofdletters gebruik je bij het begin van zinnen, voor namen en titels. In sommige gevallen gebruik je ze ook bij specifieke feestdagen en geografische aanduidingen.
Sowieso is er een duidelijke trend in het Nederlands om zaken die we belangrijk vinden met een hoofdletter te schrijven. Dat terwijl dat niet nodig is.
Je vindt dat veel in sportverslagen, waar wereldkampioen of 'titel' maar wat graag met een hoofdletter worden geschreven. Deze twee woorden zijn geen namen, titels of geografische aanduidingen, maar 'gewone' zelfstandig naamwoorden. Dus schrijf je ze met een kleine letter.
Toch is dat niet nodig. Het gaat hier om twee zelfstandige naamwoorden. Die schrijven we niet met een hoofdletter.
Bij leestekens zoals komma's en punten, is het goed erop te letten dat ze helpen bij de structuur van de taalkundige eenheid en dat ze niet willekeurig weggelaten of toegevoegd moeten worden.
Verkeerd gebruik van een simpel leesteken als een komma kan een heel andere betekenis van de zin opleveren.
Ik zal je uitleggen wat ik bedoel aan de hand van voorbeelden van de beperkende bijzin en de uitbreidende bijzin. Klinkt ingewikkeld, is het niet.
Kijk maar:
Een beperkende bijzin beperkt de betekenis van de hoofdzin. De informatie in de bijzin is noodzakelijk om de hoofdzin goed te begrijpen. Je kan de beperkende bijzin niet weglaten.
Een uitbreidende bijzin breidt de betekenis van de hoofdzin uit. De informatie in de uitbreidende bijzin is extra informatie die niet per se noodzakelijk is. Je kunt de uitbreidende bijzin wel weglaten.
De plaatsing van de komma's is hier essentieel, aangezien ze de betekenis van de zin veranderen.
Hulpmiddelen en naslagwerken zijn onmisbaar bij het schrijven van teksten. Websites als taaladvies.net en woordenlijst.org zijn uitstekende bronnen voor betrouwbare taaladviezen en de juiste schrijfwijze van woorden.
Een ezelsbruggetje voor het gebruik van 'word' en 'wordt' is te onthouden dat 'wordt' met een 't' gebruikt wordt wanneer je het kunt vervangen door 'hij', 'zij', of 'het' in de zin.
Om dt-fouten te vermijden, kun je het volgende doen: leer de regels, gebruik hulpmiddelen zoals spellingscontroles en taalgidsen, en oefen regelmatig met schrijven.
Veelvoorkomende spellingsfouten in het Nederlands zijn verwarring tussen 'ei' en 'ij', het verkeerd gebruik van tussenletters zoals 'n' in samenstellingen, en onjuiste koppeltekens en apostrofgebruik.