Schrijf een goede lead of je schrijft voor niemand. Wie teksten schrijft, ontkomt niet aan het schrijven van een intro (ook wel lead genoemd). Of het nu gaat om een journalistiek artikel, een persbericht of een blog, ze hebben allemaal behoefte aan een pakkend begin om de lezer het artikel in te trekken. En nee, dat is niet zo gemakkelijk als het misschien lijkt.
Het schrijven van een goed intro is misschien wel één van de lastigste dingen bij het schrijven. Of je nu bezig bent met een nieuwsbericht, een blog of iets anders, die eerste zinnen moeten de lezers meteen vastgrijpen. Ik leg je in deze post uit hoe je dat doet.
Een goed intro schrijven doe je door les één op de school voor de journalistiek toe te passen: benoem in je eerste alinea de vijf W's en (eventueel) de H. Oftewel: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
Staan die in je lead, dan heb je de essentie van het artikel samengevat en weet de lezer in een ommezien of hij wil verder lezen of niet. Anders gezegd: in een goede lead kun je de nieuwsgierigheid van de lezer prikkelen. Een slechte lead zorgt ervoor dat hij afhaakt.
TIP: verdeel de vijf W's en de H over meerdere zinnen. Als je die allemaal in één of twee zinnen propt wordt de zin vaak lang en lelijk.
Hieronder een voorbeeld van een nieuwslead volgens de hierboven beschreven richtlijn:
Een man van 35 jaar zonder vaste woon- of verblijfplaats (Wie) is zaterdag (Wanneer) in Amsterdam (Waar) aangehouden op verdenking van doodslag (Wat). De politie kreeg een telefoontje van een gealarmeerde buurtbewoner die een tijdlang gegil hoorde uit een pand aan de Herengracht. Bij aankomst zag een agent de man met bebloede kleren (Waarom) het pand verlaten.
Er bestaat geen vaste volgorde voor de vijf W’s in je intro. Maar je wil normaal gesproken graag het onderwerp als eerste noemen om de lezer duidelijk te maken om wie (of wat) het gaat.
Daarom raad ik je aan om de wie-vraag als eerste te beantwoorden. Kijk maar naar het voorbeeld van de man die in Amsterdam is opgepakt.
In de bovenstaande lead (de cursieve tekst) zijn alle vijf de W's. Aan die ‘eis’ is dus voldaan.
Maar de H (hoe) ontbreekt.
Dat is niet zo raar. Deze vraag is vaak het moeilijkst te beantwoorden. Het antwoord erop vraagt vaak om een uitleg. Gelukkig is het meestal geen probleem om de H weg te laten in de lead, als de vijf W's maar zijn benoemd. Kun je de hoe wel benoemen, doe dat dan vooral wel.
De bovenstaande lead is die van een nieuwsartikel. Nieuwsartikelen komen snel ter zake en zijn daardoor meestal zakelijk van stijl. Dat soort intro's vertelt je in het kort wat er is gebeurd. Daarna zou je kunnen stoppen met lezen. Wil je meer details weten, dan lees je verder.
Je kunt redeneren dat als je je lezer niet prikkelt om verder te lezen de lead niet deugt. Naar analogie van wat hierboven staat, klopt dat. Maar zo zwart-wit is het niet.
De functie van een nieuwsartikel is informeren. De lezer zelf bepaalt op basis van het intro of hij het onderwerp van het artikel interessant genoeg vindt of niet.
Bovendien staat boven de lead altijd een kop. Dat is het eerste (en belangrijkste!) onderdeel van een tekst voor een lezer om te bepalen of hij het artikel wil gaan lezen of niet. Is de kop niet goed of niet interessant genoeg, dan zal een lezer waarschijnlijk niet eens aan het artikel willen beginnen.
Op zich heb ik die vraag hierboven al beantwoord. Toch wil ik daar nog even apart op ingaan. Er bestaan immers verschillende soorten teksten (nieuwsartikel, reportage, achtergrondverhaal, analyse, interview, persbericht en blog, om er een aantal te noemen), en die vragen om een (iets) andere aanpak.
Net zoals bij een roman is de eerste zin essentieel. Die moet je nieuwsgierigheid prikkelen. Dit werkt goed bij minder feitelijke verhalen en met name bij persberichten, achtergrondverhalen en reportages. Voor het schrijven van een persbericht en een blog komt de aanpak voor het schrijven van een intro min of meer overeen met dat van een nieuwsartikel.
Maar is je artikel wat vrijer qua vorm, zoals een reportage of achtergrondverhaal, dan kun je wat vrijer met het concept van de vijf W's en de H omgaan. Uiteindelijk moeten ze wel in je tekst staan, maar je kunt er wat langer de tijd voor nemen om ze allemaal te vermelden. In plaats van ze in de eerste alinea te 'proppen', kun je die informatie ook verdelen over de eerste twee of misschien wel drie alinea's.
Dat kan goed werken om de nieuwsgierigheid te prikkelen. En soms wil je in je intro eerst en vooral spanning opwekken en zijn de 5 W's en de H iets minder belangrijk.
Wat voor elke intro onmisbaar is, is een goede eerste zin. Die werkt als de advertentie voor de rest van de tekst. Die eerste zin moet prikkelen, nieuwsgierigheid opwekken. Of je nu een nieuwsartikel schrijft (dan is het nieuwsfeit op zich meestal al genoeg om verder te lezen) of een roman. Besteed er veel aandacht aan om je artikel (of roman) die zo gewenste 'kickstart' te geven.
Hoe schrijf je dan een goede eerste zin? Dat is voor een belangrijk deel afhankelijk van je creativiteit, maar ook van de invalshoek. Je kunt een verhaal op duizenden manieren vertellen.
Is er iets opvallends waaraan je je verhaal kunt ‘ophangen’? Een goede eerste zin kun je vaak vinden in een contrast of tegenstelling. Een opmerkelijk feit of boude bewering werkt ook vaak goed.
Hieronder vier voorbeelden van eerste zinnen:
Zoals je ziet heeft elke zin iets verrassends of opmerkelijks. De een wat meer dan de ander, maar elke zin trekt de aandacht. Daarna kun je je nog steeds richten op het beantwoorden van de vijf W's en (eventueel) de H.
De lengte van het intro is ook van belang. Eerst het visuele deel: een lang intro nodigt niet uit tot lezen. Maar een lang intro betekent impliciet ook dat het niet concreet is. Het gevolg kan zijn dat de lezer afhaakt. Daarom is het belangrijk dat je snel ter zake komt.
Probeer je intro’s niet langer dan vier zinnen te maken. Dan moet je wel snel ter zake komen. En dan is je intro vrijwel zeker kort en bondig.
Zorg bij het intro van een tekst dat je wie, wat, waar, wanneer, waarom en eventueel hoe (de vijf W's en de H) benoemt. Probeer dat te doen in vier zinnen, zodat het intro concreet is. En zorg voor een pakkende eerste zin.